7 B. Hooghwerff Uw dochters zullen profeteren geestelijke opleving onder catechisanten in oud-beijerland a DEN HERTOG - HOUTEN
8 © 2022 Den Hertog B.V., Houten ISBN 978 90 331 3160 8 Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgavemagworden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vormof op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Afbeelding omslag en schutblad voorzijde Het schilderij op omslag en schutblad van dit boek is in 1959 vervaardigd door de Haagse kunstschilder B.C. van Ettinger (1916-1991). Hij stond bekend als ‘Rembrandt op de fiets’, omdat hij zijn fiets gebruikte als vervoermiddel en schildersezel tegelijk. Zittend op de bagagedrager, het doek tegen het stuur geklemd, legde hij dorps-en stadsgezichten vast in olieverf. Op 4 september 1959 verscheen in het Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard, IJsselmonde en Putten een artikel over de schilder, die in die week en kort daarvoor in OudBeijerland actief was geweest. ‘Deze week was hij in de Buitenhavenstraat in Oud-Beijerland aan het werk. Kort geleden in de Oost-Voorstraat, en ook op Westmaas heeft hij gewerkt.’ Het schilderij ‘Gezicht op de Hervormde Kerk en het Raadhuis met omgeving te Oud-Beijerland’ werd aangekocht door de gemeente Oud-Beijerland. Jarenlang was het in beheer van de Stichting Museum Oude Raadhuis. Na opheffing van deze stichting werd het in 2019 overgedragen aan Museum Hoeksche Waard in Heinenoord. Van Ettinger had via zijn moeder Hoeksche Waardse wortels. Neeltje Blaak (geboren in 1880 te Mijnsheerenland) trouwde in 1906 te Rotterdam met Maarten Johannes Balthasar van Ettinger.
9 Inhoud Woord vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Deel I God zal Zelf haar Leidsman wezen Geestelijke opleving 1801-1802 1. Herderlijke zorg in Oud-Beijerland . . . . . . . . . . . . . . 17 2. Opleving onder de catechisanten . . . . . . . . . . . . . . . 32 3. Lessen voor de catechisanten . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 4. Verdediging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 5. Afscheid van Oud-Beijerland. . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Deel II En haar Godgeheiligd zaad Enkele catechisanten en hun nageslacht 6. Neeltje Vink (1787-1858) en haar nageslacht . . . . . . . . . 99 7. Elizabeth de Keijzer (1788-1829) en haar nageslacht . . . . . 119 8. Anna Catharina Hovestad (1787-1839) en haar nageslacht . . 143 9. Pietertje Baars (1789-1847) en haar nageslacht . . . . . . . . 154 Bijlage: Overzicht catechisanten ds. P.J. Resler seizoen 1801-1802 . . 174 Noten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
10
11 Woord vooraf Wie op Digibron zoekt naar ‘Resler Oud-Beijerland’ krijgt heel wat vindplaatsen aangereikt. In diverse artikelen komt zijn naam voor of wordt zelfs wat uitvoeriger over hem geschreven. In vrijwel alle gevallen wordt gerefereerd aan een belangrijke gebeurtenis uit zijn ambtelijke loopbaan, die in Oud-Beijerland plaatsvond. Tijdens het catechisatieseizoen 1801-1802 maakte hij een geestelijke opleving mee. Onder een groep van ongeveer zeventig meisjes werkte de Heere krachtig met Zijn Geest. Prof. dr. F.A. vanLieburg schreef er een uitvoerig artikel over, dat in 1993 werd gepubliceerd in het Historisch Tijdschrift Holland. Zijn onderzoek richtte zich vooral opde gebeurtenissen ende achtergrondendaarvan.De catechisanten zelf (en hun nageslachten) komen niet zozeer in beeld. Al jarenlang boeide mij de vraag: wie waren nu eigenlijk die catechisanten? En: wat is er van hen en van hun nageslacht terechtgekomen? Klopt het echt wat critici ds. Resler voor de voeten wierpen: ‘Laat het eerst maar eens kermis worden. Dan zal wel blijken dat er van dit zogenaamde Geesteswerk niets overblijft’? In het afgelopen jaar lagen veel activiteiten door de coronamaatregelen noodgedwongen stil. In die periode heb ik me grondig in dit onderwerp verdiept. Met behulp van informatie uit zowel het kerkarchief als het gemeentearchief van Oud-Beijerland kon na veel speurwerk een lijst worden samengesteld met namen van catechisanten van dominee Resler in de periode 1801-1802. Het bestuderen van deze lijst leidde tot verrassende ontdekkingen, die tot verwondering stemden. Onder de kinderen, kleinkinderen en verdere nazaten van deze catechisanten zijn er velen geweest die in hun voetsporen mochten gaan. Veel namen komen voor inmijn aantekeningen die ik in de loop der jaren over Oud-
12 Beijerland verzamelde. Als deze gegevens toen niet waren vastgelegd, zou dit boek nooit in deze vorm zijn verschenen. Het combineren van gegevens uit mondelinge geschiedenis (‘oral history’) met informatie uit (kerk)archieven en andere schriftelijke bronnenmaakte het mogelijk de catechisanten en hun nageslacht enigszins te volgen. De vrucht van deze geestelijke opleving is niet beperkt gebleven tot een aantal van deze catechisanten zelf. De Heere heeft ook rijk gewerkt in hun gezinnen en in hun nageslacht. De voorspelling dat er niets van terecht zou komen, is niet uitgekomen. Integendeel. Veel nazaten heeft de Heere ook weer als eenmiddel in Zijn hand gebruikt tot opbouw van Zijn Koninkrijk. Vrouwen, die als moeders in Israël tot zegen waren voor hun omgeving.Mannen, die ambtelijk of niet-ambtelijkmet zegen werkzaam zijn geweest. In dit boek kon slechts een gedeelte van het vele materiaal een plaats krijgen. Ook uit de nageslachten van andere catechisanten zouden vele namen genoemd kunnenworden vanmensen die door genade mochten wandelen op de smalle weg die naar het leven leidt. Vaak zijn het echter maar korte fragmenten en brokstukken die over hen konden worden vastgelegd. Voor de hoofdstukken in dit boek is daarom gekozen voor een aantal families waarvan veel materiaal is bewaard gebleven. In het overzicht van de catechisanten dat als bijlage achterin het boek is opgenomen, zijn ook gegevens over het geestelijk leven in andere families vermeld. In het boek Willem Slootmaker en zijn vrienden is een hoofdstuk opgenomen over de familie Schipper. Dit hoofdstuk zou ook in dit boek passen. Adriana Tol, een van de catechisanten van ds. Resler in 1801-1802, trouwde in 1804 met Korstiaan Schipper. Haar zoon Arie Schipper diende deHervormdeGemeente vanOud-Beijerland diverse perioden als ouderling.KleinzoonKlaasje Schipper, die de leeftijd van 101 jaarmocht bereiken, was een bekende onder Gods kinderen in Oud-Beijerland. Een woord van dank is op zijn plaats richting de heer J.P. van der Spek te Oud-Beijerland voor zijn assistentie bij het raadplegen van het kerkarchief van de Hervormde Gemeente.
13 In de kaartjescollectie in het DocumentatiecentrumvanMuseumHoekscheWaard te Heinenoord kon aanvullende informatie over de catechisanten worden gevonden. Hier bevindt zich ook het schilderij van B.C. van Ettinger dat het omslag en het schutblad van dit boek siert. Hierbij wil ik het bestuur en de vrijwilligers van Museum Hoeksche Waard hartelijk bedanken voor het ter beschikking stellen van een reproductie van dit schilderij.Mevr. E. van Ettinger te Rijswijk gaf toestemming om het door haar vader vervaardigde schilderij te fotograferen en om deze afbeelding te publiceren. Graagwil ik ook de heer P.J. in ’t Veld van deHistorischeVerenigingOudBeijerland bedanken.Hij was steeds bereid omvragen te beantwoorden over de adressen waar de catechisanten en hun ouders woonden. Bij een aantal woningen kon hij ook het huidige huisnummer aangeven. Dat brengt de geschiedenis nog dichterbij. Een aantal panden is zelfs nog (redelijk) intact gebleven, zoals het Oude Postkantoor aan deWestVoorstraat en de zadelmakerij aan de Oostdijk. De heer A.P. van den Hoek te Heinenoord verstrekte aanvullende informatie over de boerderijen waar sommige catechisanten woonden. Hartelijk dank daarvoor. Tijdens het uitwerken van de gegevens heb ik nog veel aanvullende informatie kunnen achterhalen. Iedereen die brieven, fotomateriaal en dergelijke beschikbaar stelde, of mondelinge informatie verstrekte, wil ik hierbij hartelijk bedanken. Kleine details bleken soms heel waardevol. De inhoud van dit boek is tot bemoediging van catecheten. Wat een zorg kan er soms zijn over de (levensstijl van) catechisanten. De aantrekkingskracht van de wereld is in 2022 nog veel groter dan die was in 1802. Maar de Heere is een God van wonderen. Het is dit jaar 220 jaar geleden dat de in dit boek beschreven gebeurtenissen plaatsvonden.Het stemt tot grote verwondering dat er tot op de dag van vandaag nog steeds nazaten van de catechisanten uit 1801-1802 zijn die (begeren te) leven vanuit hetzelfde gedachtegoed. DeHeere vervulle ook nu nog wat de dichter van Psalm 103 vers 9 zong:
14 Maar ’s Heeren gunst zal, over die Hem vrezen, In eeuwigheid altoos dezelfde wezen; Zijn trouw rust zelfs op ’t late nageslacht, Dat Zijn verbond niet trouweloos wil schenden, Noch van Zijn wet afkerig d’ oren wenden, Maar die, naar eis van Gods verbond, betracht. Klaaswaal, maart 2022 B. Hooghwerff
deel i God zal Zelf haar Leidsman wezen Geestelijke opleving 1801-1802
16
17 h o o f d s t u k 1 Herderlijke zorg in Oud-Beijerland Tijdens het catechisatieseizoen 1801-1802 vond er inOud-Beijerland een geestelijke opleving plaats. De Heere werkte in die periode krachtig met Zijn Geest onder een groep van zeventig meisjes in de leeftijd van ongeveer twaalf tot negentien jaar. Voor die tijd leefden de meesten oppervlakkig en toonden zich soms zelfs onverschillig terwijl ds. P.J. Resler bezig was om de meest ernstige zaken aan hun hart te leggen. Tijdens een catechisatieles over het gebed veranderde dat. ‘Toen begonnen velen, zoals zij mij diezelfde avond en anderen naderhand beleden hebben, te zienwelke snode schepselen zij waren, daar zij nooit met ernst en sommigen nimmer op hun knieën gebeden hadden.’ De predikant was vanaf dat moment regelmatig oor- en ooggetuige van de geestelijke werkzaamheden van zijn catechisanten. Hij zag en hoorde hoe zij voor de Heere mochten buigen en een hartelijke belijdenis deden van hun zonden en schuld. Hij hoorde hen roepen om genade en ontferming. Sommige catechisanten mochten ook getuigen van een hartelijke vreugde in God door Christus, die door genade hun deel was geworden.Hun levensstijl veranderde radicaal. Voorheen gingen zemet wereldse vrienden en vriendinnen om, nu zochten ze het gezelschap van Gods kinderen. Hoewel ds.Resler zelf geen ruchtbaarheid aan de gebeurtenissen gaf, kon dit natuurlijk niet verborgen blijven. De gebeurtenissen waren in OudBeijerland onderwerp van gesprek en discussie. Ds. Resler kreeg felle kritiek over zich heen. Op allerlei manieren gaf men blijk van afkeuring, soms openlijk, soms op bedekte wijze. ‘Laat het eerst maar eens kermis worden’, zeiden sommigen. ‘Dan zullen we eens zien wat er van dat zogenaamde Geesteswerk overblijft.’ Deze kritiek liet de predikant niet onberoerd. Hij was er zelf ook bang voor dat de catechisanten zouden
18 terugvallen in een werelds leven. Op de laatste catechisatieavond sprak hij hen ernstig en liefdevol toe. Die toespraak nam hij op in een boekje dat nog in hetzelfde jaar verscheen. Philippus Jacobus Resler Ds. Philippus Jacobus Resler (1765-1827) stond sinds 1794 in OudBeijerland. Hij was in 1765 geboren te Huizen. Resler stamde uit een predikantengeslacht. Zowel zijn vader, Johannes Resler, als zijn grootvader, Petrus Resler, dienden in dit ambt. Philippus Jacobus verloor zijn beide ouders heel vroeg, op zevenjarige leeftijd was hij al wees. Hij groeide op bij een van zijn voogden in Woerden, waar hij onderwijs ontving op de Latijnse School. Als vijftienjarige ging hij in Utrecht theologie studeren. Daar trad hij ook in het huwelijk, op 3 april 1786, met Henrietta Catharina van Gasten.1 Lage Vuursche werd in 1786 de eerste gemeente van ds. Resler. Twee jaar later vertrok hij naar Kralingen. Oud-Beijerland was zijn derde gemeente. Hij werd er op 6 juli 1794 bevestigd door ds. W. l’Allemand met Hebreeën 13 vers 17. Ds. Resler deed intrede vanuit 1 Korinthe 10 vers 33b: ‘Niet zoekende mijn eigen voordeel, maar het voordeel van velen, opdat zij mochten behouden worden.’ Twee jaar eerder, in 1792, was ds. Resler ook al inOud-Beijerland beroepen. De gemeente Oud-Beijerland had sinds 1663 twee predikantsplaatsen. Resler droeg samen met ds. W. l’Allemand (die van 1792 tot 1809 in Oud-Beijerland diende) zorg voor het zielenheil van de Oud-Beijerlanders.2 Over de wijze waarop ze dat deden, worden we geïnformeerd in een boekje van smid en veearts Willem Bijl (ca. 1760-1835). In zijn autobiografie Krachtdadige Bekeering, die hij in 1823 opstelde, schrijft hij hoe de Heere deze twee predikanten als middelen in Zijn hand gebruikt heeft tot zijn bekering. In zijn afscheidspreek vanOud-Beijerland gaf ds. Resler aan dat de verstandhouding met zijn collega bijzonder goed was. Dit blijkt ook uit het boekje vanWillemBijl. Beide predikanten ging het zielenheil van hen die aan hun zorgenwaren toebetrouwd zeer ter harte. De predikantenwoonden naast elkaar. In 1788 had het gemeentebestuur van Oud-Beijerland twee huizen aan de Oost-Voorstraat aangekocht en
19 laten opknappen.Deze woningen fungeerden vanaf die tijd als pastorie.3 De beide predikanten verdeelden onderling het ambtelijk werk. Waarschijnlijk vooral vanwege de grootte van de groep catechisanten kregen de jongens en de meisjes apart van elkaar catechisatie. Ds. L’Allemand gaf catechetisch onderwijs aan de jongens, ds. Resler aan de meisjes. Zondagswerk Ze schroomden niet om de inwoners van Oud-Beijerland te vermanen als dat nodig was. De genoemde Willem Bijl werkte zeven dagen per week. Hij kwam bijna nooit in de kerk, alleen als er een kind gedoopt moest worden. ‘Op een onverwachte tijd werd ik zwaar bestraft door dominee Resler over het verwaarlozen van de dag des Heeren’, schreef hij later. Bijl verweerde zich door tegen de predikant te zeggen dat hij klanten zou verliezen als hij niet ook op zondag voor hen klaarstond. Ds. Resler wees hem echter op ‘de zegeningen Gods, die met het houden van de sabbat gepaard gaan’. Hij maakte dat met een voorbeeld duidelijk. Op een zondag kwam er ’s morgens vroeg een schipper bij een pottenbakTwee naast elkaar gelegen panden in de Oost-Voorstraat (rechts) dienden jarenlang als pastorieën van de Nederlandse Hervormde Gemeente te Oud-Beijerland. Ds. l’Allemand woonde in het vierde pand van rechts, ds. Resler in het vijfde pand.
RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==